Al jarenlang ben ik bekend met het fenomeen trainingsacteur.
De eerste keer dat ik er “met één” te maken kreeg was nog voor mijn onderwijs loopbaan. Ik kwam net van de HTS Confectie en was bij C&A in opleiding tot filiaalleider. Natuurlijk kregen wij daar ook een training omgaan met winkeldiefstal. In een trainingscentrum met prachtig nagebouwde winkels zette de trainingsacteur een zeer geloofwaardige winkeldief neer. Toen ik niet lang daarna echt werd geconfronteerd met een paar winkeldievegges had ik handvatten om daar mee om te gaan. Wil niet zeggen dat ik niet stond te trillen op mijn benen maar ik was mij wel heel bewust van wat ik wel en wat ik niet deed.
Overigens had ik nog voor bovenstaande ervaring al eens te maken gehad met een psycholoog die de rol van acteur aannam. Om aangenomen te worden bij C&A moest ik een assessment doorlopen. Het theoretische gedeelte leverde geen problemen op maar toen kwam de praktijk. Ik, net 22, moest een functioneringsgesprek voeren. Los van het feit dat ik dat nog nooit had gedaan was ik volledig afgeleid en misschien zelfs wel enigszins geïntimideerd door de psycholoog die als mijn werknemer voor mij zat. Het gezicht van deze man staat nog altijd op mijn netvlies gebrand, lang donker stijl haar en knalblauwe ogen. Toen ik uiteindelijk de uitslag van het assessment kreeg bleek ik niet aangenomen te zijn. Niet omdat ik dat gesprek verprutst had, nee. Er werd echt letterlijk gezegd dat ik te jong was, dat ik nooit was blijven zitten en dat mijn ouders niet gescheiden waren dus dat ik te weinig had meegemaakt in mijn leven….. Maar zoals je bij het eerste voorbeeld hebt kunnen lezen ben ik uiteindelijk toch aangenomen. Ik besloot tegen de argumentatie in te gaan en kennelijk waren ze daardoor toch overtuigd van mijn kwaliteiten.
Wat mij betreft geeft dit voorbeeld van de psycholoog, het effect dat hij op mij had en niet de beoordeling, het belang aan van het inzetten van trainingsacteurs, ook bij assessments. Een trainingsacteur is zich bewust van wat hij meebrengt in de simulatie en zal dit juist versterken of afzwakken, afhankelijk van de situatie en opdracht. Eerst een intensief gesprek voeren met een psycholoog die vervolgens jouw werknemer speelt, vraagt heel veel van de deelnemer en meestal niet dat, waarvoor hij het assessment doorloopt.
Ook als leerkracht heb ik met trainingsacteurs mogen werken bij een training oudergesprekken. Deze simulaties waren, net zoals bij de training omgaan met winkeldiefstal, zeer nuttig en de resultaten meteen praktisch toepasbaar.
Toen ik dus uiteindelijk het besluit had genomen om zelf als trainingsacteur aan de slag te gaan was dit voor mij geen onbekende wereld. Tegen iedereen die het horen wilde, vertelde ik: ‘Ik word trainingsacteur!’ Tot mijn verbazing bleef het dan echter vaak even stil, gevolgd door: ‘Wat zeg je?’
Van ‘ga je dan in films spelen?´, naar ‘je bent trainer?’ naar ‘oh je gaat acteurs trainen?’, het is allemaal voorbij gekomen. Inmiddels kan ik heel kort en duidelijk uitleggen wat een trainingsacteur doet en waarom het zo belangrijk is om een echte trainingsacteur in te zetten. En met mij zijn er vele andere trainingsacteurs die dit tegenkomen. Want er zijn er veel, dat maakt de verbazing ook groter dat zo weinig mensen het begrip trainingsacteur kennen.
Dat er al veel trainingsacteurs zijn, heeft mij gelukkig niet tegengehouden om dit mooie vak uit te gaan oefenen. Want ook al zijn mijn ouders nog steeds bij elkaar en ben ik nog steeds niet blijven zitten, ik ben wel iets ouder en heb een rugzak aan ervaringen en opleidingen die mij uniek maken bij het uitoefenen van dit vak. En daarom zeg ik nog steeds tegen iedereen die het wil horen: Ik ben trainingsacteur!